De volgende zes auteurs zijn genomineerd voor de AKO Literatuurprijs 2014 die op 13 november wordt uitgereikt: Wessel te Gussinklo (Zeer helder licht), Stefan Hertmans (Oorlog en terpentijn), Guus Kuijer (De Bijbel voor ongelovigen, 2), Tom Lanoye (Gelukkige slaven), K. Schippers (Voor jou) en Frank Westerman (Stikvallei). Hertmans en Lanoye zagen eerder dit jaar de Libris Literatuur Prijs aan hun neus voorbijgaan. Deze ging naar Ilja Leonard Pfeijffer (La Superba).
De genomineerde auteurs die de AKO Literatuurprijs niet winnen, krijgen een onkostenvergoeding van 500 euro bij wijze van troost. Aantrekkelijker is het om de Libris Literatuur Prijs mis te lopen: dan wordt er altijd nog 2500 euro overgemaakt. Maar er zijn meer (kleine) verschillen tussen de twee belangrijke Nederlandse literatuurprijzen.
Boekenberg De AKO Literatuurprijs (sinds 1986) is breder van opzet dan de Libris Literatuurprijs (sinds 1994). De AKO-jury weegt ook biografieën, reisverhalen en essaybundels mee en heeft daarmee een zwaardere klus dan de Libris-collega’s die sinds 2011 uitsluitend romans beoordelen. De AKO-groslijst voor 2014 telde ruim 432 ingezonden titels, die van Libris ’slechts’ 192. Over hoe de jury zich door die berg heenwerkt, meldt AKO dat elke inzending eerst door twee - at random - geselecteerde juryleden wordt beoordeeld. Zij bepalen of het boek daarna bij meer juryleden onder ogen komt. Uiteindelijk, na zes maanden hard doorlezen, zijn er zo’n 40 boeken die door alle juryleden gelezen zijn. In één vergadering stelt men vervolgens vast welke titels de ‘tiplijst’ van 25 boeken gaan uitmaken. Die boeken worden nogmaals herlezen voordat de jury komt tot de shortlist van zes titels. Pas op de dag van de uitreiking wordt de winnaar gekozen. Dit ook door Libris aangehangen systeem van longlist, shortlist en uiteindelijke winnaar levert per prijs drie nieuwsmomenten op, maar is tegelijk een stresstest voor schrijvend Nederland en Vlaanderen.
Zware beproeving Voor beide prijzen geldt dat auteurs hun uitgever vooraf toestemming moeten geven om hun boek(en) in te zenden. Daarmee verplichten ze zich ook om lijfelijke aanwezig te zijn bij de bekendmaking van de winnaar en mee te werken aan de rechtstreekse tv-uitzending in Nieuwsuur. Dat kan een zware beproeving zijn, aldus Yves Petry, winnaar van de Libris-prijs 2011, onlangs in de VPRO-gids. ‘Eigenlijk zouden alle genomineerden vooraf medisch gekeurd moeten worden om te zien of ze het wel aankunnen. Zo’n hartslag en zo’n plotse bloeddrukverhoging als bij het langzame bekendmaken van de winnaar heb ik nog niet eerder gevoeld. Het is fysiek heel belastend.’ Dat hij vervolgens de verkoopcijfers van zijn bekroonde roman De maagd Marino zag vertienvoudigen, maakte veel goed.
Samensmelten? Tussen de uitreikingen van de twee literatuurprijzen zit precies een half jaar. Libris (voorjaar) bekroont boeken die zijn verschenen tussen 1 januari en 31 december van het voorgaande jaar, terwijl AKO (najaar) zich richt op de periode van 1 juli van het voorgaande jaar tot 30 juni van het jaar waarin de prijs wordt uitgereikt. Zo kon Ilja Leonard Pfeijffer worden genomineerd voor de AKO Literatuurprijs 2013, terwijl hij de Libris Literatuurprijs 2014 won. Verwarrend voor de lezer, zeker. Maar pleidooien voor het laten samensmelten van beide bekroningen tot één grote jaarlijkse literatuurprijs vinden geen gehoor. Daarvoor zijn de commerciële belangen van de twee elkaar beconcurrerende boekhandelketens te groot.