Micha Wertheim en Daniël Arends willen de Poelifinario niet, de nationale cabaretprijs zou oneervol zijn. Beiden zijn tegen hun zin genomineerd, maar gelden desondanks als serieuze kanshebbers. Extra reden om uit te kijken naar de bekendmaking van de winnaar op 7 september. Want dat feestje gaat, met nóg drie nominaties, gewoon door.
Nominaties verhogen de amusementswaarde van kunstprijzen en leveren vaak minstens zoveel aandacht op als de latere winnaar. De mate waarin deze aandacht zich vertaalt in commentaar vanaf de zijlijn is een goede graadmeter voor de status van de prijs. In Nederland beperkt de polemiek zich vooral tot de literaire prijzen, waarbij recensenten graag hun eigen maatlat mogen leggen naast die van de juryleden, en overigens niet zelden een verkeerde winnaar voorspellen.
Maar nu is het de Poelifinario die ruim voor de uitreiking de tongen heeft losgemaakt. Niet voor het eerst overigens, de prijs voor het beste cabaretprogramma heeft meer roerige edities gekend (onenigheid binnen de jury, vroegtijdig uitlekken van de winnaar). Nu zijn het twee serieuze kanshebbers die weigeren hun nominatie te accepteren, beiden omdat ze de Poelfinario ‘oneervol’ vinden. De een, Daniël Arends, hield het bij die mededeling. De ander, Micha Wertheim, haalde zijn gram in een satirisch stuk op zijn website, waarin hij zowel de organisatie achter de prijs (Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties) als de handelswijze van de jury door de jaren heen hekelt. In beide gevallen zou het respect voor het cabaret ontbreken. ‘Laat ik voorop stellen dat ik niet principieel tegen kunstprijzen ben’, schrijft hij. ‘Een prijs kan goed zijn voor een genre. Bij literatuurprijzen (die vaak gepaard gaan met geld om een nieuw boek te schrijven) wordt in kranten bijvoorbeeld gediscussieerd over de genomineerden. De prijs is dan aanleiding tot een gesprek en dat is goed voor het genre. Dat heb ik bij cabaret nog nooit zien gebeuren.’ Wertheim wachtte jarenlang op een nominatie om deze te kunnen weigeren.
Pikant is wel dat de VSCD, die zich niet herkent in de kritiek, blijft vasthouden aan genomineerde voorstellingen van Wertheim (Voor Zichzelf: ’Een subliem spel met publieksverwachtingen en cabaretconventies’) en Arends (Carte Blanche: ‘Met lullige grapjes, vlijmscherpe observaties en verrassende wendingen bouwt hij zorgvuldig een spannende voorstelling op’). Binnen het vakgebied is ondertussen een kleine discussie op gang gekomen over de wenselijkheid van een nieuwe cabaretprijs die met dezelfde glamour en glitter zou moeten worden omkleed als de grote toneel- en dansprijzen. Deze worden ook toegekend door de VSCD, maar zijn ondergebracht bij festivals die voor de kosten opdraaien. De vereniging zegt zelf te weinig budget te hebben om zoiets als een cabaretgala te organiseren. En zo kan het gebeuren dat de Theo d’Or en de Louis d’Or op 13 september worden uitgereikt in de Stadsschouwburg van Amsterdam en de Poelifinario (en Neerlands Hoop voor het beste cabarettalent) op 7 september in Café Schiller op het Rembrandtplein. Tijdens een feestelijke borrel, dat dan weer wel.
Naast Arends en Wertheim zijn genomineerd (en hebben niet geweigerd): André Manuel (Het geval apart), De Bloeiende Maagden (Toen neuken nog gewoon was) en Plien & Bianca (Gaat het nog door?). Kanshebbers voor de Neerlands Hoop 2015 zijn Henry van Loon en De Partizanen.