Anna Bijns Prijs 2014

Maria Barnas

De jury over Jaja de oerknal, de beste Nederlandstalige dichtbundel van de afgelopen vier jaar geschreven door een vrouw: ‘Barnas gebruikt poëzie als mogelijkheid om ergens een doek van woorden overheen te gooien. Elk gedicht is een poging om iets vluchtigs even stil te zetten, te bewaren, documenteren. Haar in die exercitie te volgen is een groot genoegen. (…) In het talige universum van Barnas kan alles een nieuwe plaats krijgen, past een oerknal in een mensenmond, kunnen mannen stromen en vrouwen meanderen, kan de ”o” geproefd worden als een soort toverbal des doods… Poëzie geschreven met de schepping op de tong. En dan toch zo licht dichten, zo weinig last hebben van de zwaartekracht, en toch zo beeldend schrijven: deze bundel dwingt bekroning af.’

Jury: Jeltje van Nieuwenhoven, Jeroen van Kan, K. Michel, Eefje de Visser



Waar de dichter leest

 

De bladertooi in het hoofd van de dichter

is bonter en voller dan die van de windstille

boom die verstrekkend staat te branden

in het raam en ik kan zeggen dat ons weten

 

niet tegen branden is opgewassen.

De woordenstruik krijgt geen ruimte

waar de dichter leest en de wind

in dit land waar geen wind waait

 

maakt de zaal licht ontvlambaar.

(Wat knikken de koppen van slaap.)

Zet de kleurige kelken op het behang

 

die stromen in de dichter als tranen

met tuiten in lichterlaaie. Kan het raam nu open?

Straks missen we het zuchtje.

 

Maria Barnas

Uit Jaja de oerknal

Deel deze pagina